zoek in de uitspraken van het
Tuchtcollege voor de Scheepvaart:
 

U kunt de tekst van dit document "Werkwijze Tuchtcollege voor de Scheepvaart" ook in pdf downloaden.

Werkwijze Tuchtcollege voor de Scheepvaart
Kapiteins en scheepsofficieren zijn onderworpen aan het tuchtrecht indien zij handelen in strijd met de regels van goed zeemanschap die zij in acht moeten nemen ten opzichte van de opvarenden, het schip, de lading, het milieu of het scheepvaartverkeer.

Aanhangig maken van een zaak
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat kan een zaak aanhangig maken door middel van een verzoekschrift.
Een belanghebbende kan dit doen door middel van een klaagschrift.
Het verzoekschrift of klaagschrift moet schriftelijk of digitaal met redenen omkleed worden ingediend bij de voorzitter van het tuchtcollege.

Als datum van indiening bij het tuchtcollege geldt de datum van ontvangst van het verzoek of de klacht. Deze datum is van belang voor de beoordeling of het verzoek of de klacht tijdig is ingediend. Een verzoek of klacht dient binnen 2 jaar nadat het feit waarop het verzoek of de klacht betrekking heeft, zich heeft voorgedaan, te worden ingediend. De secretaris stuurt zo spoedig mogelijk een bevestiging van de ontvangst van het verzoek of de klacht naar de indiener van het verzoek of de klacht.

Inhoud verzoek- of klaagschrift
In het verzoekschrift of klaagschrift dient in ieder geval opgenomen te zijn:
- voornamen, naam, adres, postcode en woonplaats van de indiener;
- naam van betrokken kapitein of scheepsofficier en voor zover bekend voornamen, voorletters, naam, adres, postcode en woonplaats en werkadres, alsmede zijn functie aan boord ten tijde van het voorval of gedraging waarop het verzoek of de klacht betrekking heeft;
- de naam van het schip waarop betrokkene ten tijde van de gewraakte gedraging voer en voor zover bekend het type schip;
- voor zover bekend de naam en het vestigingsadres van de scheepsbeheerder van het betrokken schip;
- de gewraakte gedraging waarop het verzoek of klacht betrekking heeft, met daarnaast het tijdstip waarop deze zich heeft voorgedaan;
- een korte en zakelijke omschrijving hetgeen de verzoeker of klager de kapitein of scheepsofficier verwijt;
- de dagtekening van het verzoek of de klacht;
- de naam en handtekening van de indiener;
- indien de klager een gemachtigde heeft aangewezen de naam en adresgegevens en telefoonnummer van de gemachtigde.
Indien de gegevens niet compleet of onjuist lijken te zijn, kan de voorzitter van het tuchtcollege een termijn stellen waarin de gegevens aangevuld of verbeterd moeten worden.
De secretaris van het tuchtcollege kan de klager helpen de klacht te formuleren.
De secretaris zendt zo spoedig mogelijk een afschrift van het verzoek of de klacht naar de betrokkene. Indien er sprake is van een buitenlandse kapitein of scheepsofficier zal het verzoek of de klacht in het Engels worden vertaald.

Afwijzing van het verzoek of de klacht
De voorzitter van het tuchtcollege kan het verzoek of de klacht met redenen omkleed afwijzen indien naar zijn mening het verzoek of de klacht kennelijk niet ontvankelijk is of kennelijk niet gegrond is. De secretaris zendt de schriftelijke beslissing van de voorzitter onverwijld toe aan de verzoeker of de klager. De verzoeker of de klager hebben twee weken de tijd om verzet te doen tegen de beslissing van de voorzitter. Door het verzet vervalt de beslissing van de voorzitter.

Verval/intrekking verzoek of klacht
De voorzitter kan naar aanleiding van het verzoek of de klacht beslissen tot het beproeven van een minnelijke schikking. Ten gevolge van een getroffen schikking vervalt het verzoek of de klacht.
De verzoeker of de klager kan zijn klacht intrekken. Dit zal zo spoedig mogelijk door de secretaris aan de betrokkene bekend worden gemaakt. Bij overlijden van de betrokkene vervalt het verzoek of de klacht.
Het verzoek of de klacht kan tót de datum van zitting gewijzigd worden. De betrokkene wordt hiervan direct op de hoogte gesteld. De betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld gehoord te worden. Als de wijziging het tuchtcollege onredelijk voorkomt kan hij de wijziging weigeren.

Bijstandverlening of vertegenwoordiging
De betrokkene kan zich door een raadsman laten bijstaan. De indiener van een verzoek of een klacht kan zich door een daartoe gemachtigde laten vertegenwoordigen of door een raadsman laten bijstaan.

Verweerschrift, repliek en dupliek
Binnen zes weken na de dag van verzending van een afschrift van het verzoek of de klacht kan de betrokkene een verweerschrift, schriftelijk of digitaal, bij het tuchtcollege indienen. De termijn kan door de voorzitter verlengd worden. Zodra het verweerschrift ontvangen is, stuurt de secretaris een afschrift naar de verzoeker of klager.
Na de verzending van een afschrift van het ingediende verweerschrift door de secretaris kan de voorzitter de verzoeker of de klager in de gelegenheid stellen om een repliek in te dienen op het verweerschrift. Na ontvangst van de repliek, stuurt de secretaris een afschrift hiervan naar de betrokkene. Na verzending van het afschrift van de repliek wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld een dupliek in te dienen.

Vooronderzoek
Indien nodig kan in opdracht van de voorzitter een vooronderzoek worden uitgevoerd. De vooronderzoeker, die door de voorzitter wordt aangewezen, is bevoegd, indien hij dit noodzakelijk acht, elke plaats te betreden, zo nodig met behulp van de sterke arm met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. Tevens mag hij kennis nemen van alle schriftelijke stukken en gegevens in geautomatiseerde werken die zich aan boord bevinden, welke in het belang van het onderzoek zijn.
Hij kan de betrokkene en eventuele getuigen en deskundigen verhoren. De vooronderzoeker neem geen deel aan de behandeling van die zaak ter zitting.

De zitting
De voorzitter bepaalt het tijdstip van de zitting. De secretaris roept de verzoeker, de klager en de betrokkene tenminste vier weken voor de dag van de zitting per aangetekende brief op. De betrokkene is verplicht te verschijnen.
Indien de betrokkene niet ter zitting verschijnt kan de voorzitter tegen hem verstek verlenen, dan wel de officier van justitie verzoeken de betrokkene te dagvaarden.
Bij de oproeping zijn een afschrift van het verzoek of de klacht en alle verdere op de zaak betrekking hebbende stukken gevoegd, voor zover niet al toegezonden. Op verzoek van betrokkene worden de stukken in het Engels dan wel in diens landstaal vertaald. De zitting is openbaar. Om gewichtige redenen kan het tuchtcollege besluiten de zaak (gedeeltelijk) achter gesloten deuren te behandelen.
Ambtshalve of op verzoek van de betrokkene, de verzoeker of de klager, kan het tuchtcollege de klager, getuigen en deskundigen oproepen en ter zitting horen.
De secretaris roept de getuigen of deskundigen per aangetekende brief op en kan, indien zij niet ter zitting verschijnen, de officier van justitie verzoeken hen te dagvaarden.
De voorzitter van het tuchtcollege heeft de leiding tijdens de zitting. De behandeling ter zitting wordt gesloten indien het tuchtcollege van mening is dat het onderzoek is voltooid. De betrokkene heeft het recht als laatste het woord te voeren. De voorzitter maakt vervolgens bekend wanneer de uitspraak wordt gedaan.

Beslissing Tuchtcollege
Het tuchtcollege spreekt de beslissing op een openbare zitting uit. Het tuchtcollege doet binnen twee maanden uitspraak na sluiting van de behandeling ter zitting. Deze termijn kan worden verlengd.
De beslissing kan de volgende inhoud hebben:
Het onbevoegd verklaren van het tuchtcollege; het niet-ontvankelijk verklaren van het verzoek of de klacht; het ongegrond verklaren van het verzoek of de klacht; het gegrond verklaren van het verzoek of de klacht.
Indien het tuchtcollege van oordeel is dat een gerezen bezwaar tegen een betrokkene gegrond is kan het tuchtcollege tuchtmaatregelen opleggen, te weten:
een waarschuwing, een berisping, een geldboete van ten hoogste 4500 euro of een schorsing van de vaarbevoegdheid voor een periode van ten hoogste twee jaren. Een geldboete en een schorsing van de vaarbevoegdheid kunnen (deels) voorwaardelijk worden opgelegd. Een combinatie van maatregelen is ook mogelijk. Het tuchtcollege kan voorts bepalen dat de beslissing openbaar wordt gemaakt in de door hem aangewezen tijdschriften of nieuwsbladen.
De op schrift gestelde beslissing wordt door de secretaris aan de betrokkene en verzoeker of de klager verzonden.
Tegen een beslissing van het tuchtcollege kan hoger beroep worden ingesteld:
-Door betrokkene indien het verzoek of de klacht geheel of ten dele gegrond is verklaard;
-Door de Minister van Infrastructuur en Milieu;
-Door de klager indien zijn klacht niet ontvankelijk dan wel geheel of ten dele ongegrond is verklaard.
De tuchtmaatregelen geldboete en schorsing van de vaarbevoegdheid, alsmede de openbaarmaking kunnen pas ten uitvoer worden gelegd nadat de beslissing onherroepelijk is geworden.
Wanneer sprake is van een schorsing van de vaarbevoegdheid deelt de secretaris de betrokkene per aangetekende brief de datum mee waarop de schorsing ingaat en wijst bij de betrokkene op de verplichting voor die datum het vaarbevoegdheidsbewijs in te leveren bij het Centraal Register Bemanningsgegevens. Indien de betrokkene het vaarbevoegdheidsbewijs niet tijdig inlevert wordt de periode van schorsing van rechtswege verlengd met de termijn die verstreken is tussen de datum waarop de schorsing ingaat en de datum waarop het vaarbevoegdheidsbewijs daadwerkelijk is ingeleverd. De secretaris zendt een afschrift van de schriftelijke beslissing aan het Centraal Register Bemanningsgegevens.

Heropening onderzoek
Indien naar het oordeel van het tuchtcollege het onderzoek niet volledig is geweest, kan het dit heropenen.
De secretaris doet hiervan zo spoedig mogelijk een mededeling aan de betrokkene, de verzoeker, of de klager.